Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord
02 mei 2024

Virtual Reality en agressieregulatieproblematiek

Kun je Virtual Reality (VR) inzetten voor het behandelen van agressieregulatiepoblematiek? Zijn er drempels om VR in te zetten of te onderzoeken? Is het een waardevolle aanvulling op de therapie? Bas van Wolffelaar, Klinisch Psycholoog en Psychotherapeut bij de Waag Almere onderzoekt het.


Potentiële meerwaarde in het behandelen van agressieregulatie

Het doel van het onderzoek is om de potentiële meerwaarde te onderzoeken van het toevoegen van Virtual Reality aan de behandeling van agressieregulatieproblematiek. Hiervoor zette Bas een Randomized Controlled Trial (RCT) op. Deelnemers worden verdeeld over twee groepen: een groep waarbij VR wordt toegevoegd aan de behandeling en een controlegroep zonder VR.


VR en forensische ggz, een gouden match?

VR wordt al enkele decennia toegepast binnen de ggz en onderzoeken tonen de meerwaarde van VR aan bij verschillende soorten problematiek. Binnen de forensische GGZ wordt VR minder lang gebruikt. Er is nog zeer weinig effectiviteitsonderzoek gedaan, terwijl binnen deze setting veel toepassingsmogelijkheden zijn.

Bas verwacht dat VR op termijn een belangrijke interventie kan zijn. VR biedt unieke mogelijkheden, onder andere omdat op een realistische manier geoefend kan worden in een veilige omgeving.

Dit onderzoek is voor zover bekend het eerste onderzoek naar VR bij agressieregulatieproblematiek binnen een ambulante forensische setting. In het onlangs gepubliceerde study protocol artikel staat het doel en de opzet van het onderzoek verder omschreven.



Interessante inzichten voor de gehele forensische doelgroep

Het onderzoek wordt gedaan bij volwassen mannen met agressieregulatieproblematiek. Zij worden behandeld met het zorgprogramma ARopMaat, van de zorglijn Agressie en Vermogen. De uitkomstmaten in het onderzoek, zoals cognitieve vervormingen en motivatie van de cliënt, zijn echter ook van toepassing bij andere delictscategorieën, zoals huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Daarnaast wordt in dit onderzoek kwantitatief en kwalitatief onderzoek gecombineerd, door ook ervaringen van cliënten en behandelaren mee te nemen. Het onderzoek kan om deze redenen interessante inzichten geven voor de gehele forensische doelgroep.


Wat zijn de grootste uitdagingen in het onderzoek?

De inclusie van cliënten verloopt traag. Daar lijken verschillende factoren een rol bij te spelen. Zo is de forensische doelgroep lastig te onderzoeken vanwege de complexe problematiek, met onder andere een lage motivatie en veel uitval.

Daarnaast spelen ook therapeutfactoren een rol. Behandelaren hebben vanwege de fase van implementatie over het algemeen weinig ervaring met VR, en er worden drempels ervaren om met VR te gaan werken.  Ook zijn er aanwijzingen dat de programma-integriteit van het zorgprogramma over het algemeen lager is. En de bereidheid van therapeuten om aan onderzoek(en) mee te doen kan om verschillende redenen minder zijn.

Ik geloof daarom dat implementatie en onderzoek van VR hand in hand met elkaar moeten gaan, en dat dit ook aangepast moet worden op de behoeften (needs) en responsiviteit van de organisatie en de behandelaren.


Cliënten en therapeuten zien het als waardevolle aanvulling

Hoewel het onderzoek nog niet is afgerond, schreef Bas een artikel waarin voorlopige resultaten worden geanalyseerd. Daarnaast richt dit artikel zich op de uitvoerbaarheid van het onderzoek en in hoeverre cliënten en therapeuten VR bruikbaar vonden. Het is de planning dat dit artikel later dit jaar gepubliceerd wordt.

Bij de cliënten die het onderzoek hebben afgerond worden geen grote veranderingen gezien, maar wel een positieve trend die wijst op een verbetering van de agressieregulatie, motivatie van de cliënt, motivatie van de behandelaar en een vermindering van cognitieve vervormingen. Het aantal cliënten is nog te klein om stevige uitspraken te doen over de effectiviteit van VR.

Wél kwam naar voren dat cliënten en therapeuten over het algemeen VR als een waardevolle aanvulling op de therapie zagen en van meerwaarde vonden bij het verbeteren van vaardigheden.


Resultaten over enkele jaren bekend

Begin 2022 is het onderzoek gestart. Er zijn in totaal 34 cliënten nodig, momenteel hebben 11 cliënten het onderzoek afgerond. De verwachting is dat het onderzoek nog enkele jaren zal doorlopen voordat het afgerond kan worden.


Wil je meer weten?

Als je meer wil weten over het onderzoek of je een client hebt voor wie het onderzoek interessant is, neem dan contact op met Bas van Wolffelaar. Hij vertelt je er graag meer over. 

E-mail: BvanWolffelaar@dewaagnederland.nl